Chili – Chiloe – 8 februari t/m 11 februari 2017
Al snel reden we het schip op en een half uurtje later reden we het eiland Chiloe op. Na Tierra del Fuego het grootste eiland van Chili. We reden door het leuke stadje Ancud en het sfeertje beviel ons meteen. We reden door naar Puñihuil, een klein strandje gelegen aan de noordwestkust van het eiland. Na een prachtige kronkelweg van 30 km belandden we op het toeristische maar idyllische Puñihuil strand waar we de wagens parkeerden voor de nacht.
We boekten met onze vrienden een boot voor de volgende ochtend; we gingen op zoek naar het grootste beest ter wereld, de blauwe vinvis! Een van de redenen dat we hierheen waren gekomen. Vlakbij het strand vind je een pinguïn kolonie (van Magellanic en Humboldt pinguins) en die moesten we natuurlijk even zien. We liepen over het strand en klommen aan het eind de rotsen op. En daar stonden ze met z’n allen! Wat een grappige beesten en wat waren ze dichtbij…
Terug bij ons ‘kamp’ klapten onze stoeltjes uit en zetten een fles wijn op tafel. De chef ging aan het werk en we genoten van het laatste uurtje zon met uitzicht op zee.
Na een vroeg wekkertje stapten we met slaperige koppen de boot op. Het weer was slecht en de golven waren hoog, niet echt ideale omstandigheden om walvissen te spotten. We zagen overal in de verte de blows van de walvissen en we zagen twee keer een humpback whale uit het water springen! We zagen ook albatrossen en af en toe kwam er een pinguïn boven drijven. |
Toen begon het plotseling te regenen. Iedereen was doorweekt en verkleumd en we besloten de tocht af te blazen. We maakten nog een laatste stop bij een paar eilandjes waar het stikte van de cormorants en zeeleeuwen. De zeeleeuwen zijn zo nieuwsgierig, dat er een grote groep direct het water in plonste en naar ons toe zwom! Onze Duitse gids Sarah bood ons een herkansing aan op zaterdag om de blauwe vinvis te spotten, dus wie weet! |
We reden naar Ancud en gingen op zoek naar vis. Op een klein marktje aten we ceviche, oesters en venusschelpen. We probeerden ook de enorme mosselen (en die zijn echt groot!), maar die waren een beetje too much. We dwaalden wat door Ancud, waar eigenlijk niet zo heel veel te beleven was. Wel vonden we de stijl van de huisjes op Chiloe erg leuk. Allemaal van hout en de huizen hebben een soort schubbenpatroon. En ze zijn geschilderd in alle kleuren.
We vonden een leuk eettentje op een klein binnenplaatsje waar straatmuzikanten aan het spelen waren. De sfeer zat er lekker in hier en we besloten onze vrienden hier te trakteren op een lekkere vislunch om ze te bedanken voor alles wat ze voor ons hadden gedaan.
We klapten de stoeltjes weer uit en proostten op het mooie plekje waar we waren beland. Alfredo was een bijzondere vent. Hij had Santiago een jaar terug ingeruild voor Chiloe en woonde hier alleen. Alfredo’s surfvrienden uit Santiago, Tomas en Domingo, sloten aan, het vuur werd aangemaakt, de wijn kwam tevoorschijn en het vlees werd op de bbq gegooid. Het werd een heel gezellig laat avondje!
Wij waren weer vroeg wakker en genoten nog even van dit plekje.
Toen was het tijd om te gaan; we wilden graag meer van het eiland zien. We spraken af onze vrienden einde van de dag in Ancud te zien, namen afscheid van alle mannen en gingen op kerkenjacht! Chiloe is o.a. bekend om haar mooie houten kerken en wij waren wel nieuwsgierig. De eerste stop was Castro, waar het echt hartstikke druk was. We liepen langs het water en aten ceviche van zalm en mosselen met uitzicht op Castro’s bekende huizen op palen.
We zagen hier de eerste Unesco houten kerk van het eiland. En het was een bijzondere; geel en paars van kleur. Maar vooral de binnenkant was indrukwekkend; alles van hout en in perfecte staat.
We reden naar het kleine vissersdorpje Dalcahue en zagen de tweede houten kerk; een mooi blauw wit kerkje gelegen aan het gezellige centrale pleintje. We wandelden langs het water waar overal vis, krab en schelpdieren werden verkocht en het was hier echt heel ontspannen. Maar er was nog veel te zien, dus we sprongen weer onze gouden vriend in.
Onderweg naar het piepkleine Tenaun zagen we nog meer houten kerkjes en de fantastische kustlijn vol kliffen van Chiloe met op de achtergrond de hele cordillera van Patagonië. Dit eiland is zo mooi en wat ons in Patagonië te wachten staat belooft veel goeds.
In Tenaun staat het prachtige knalblauwe kerkje “Iglesia de Nuestra Senora del Patrocinio” uit 1837 dat zowel van binnen als van buiten in fantastische staat verkeert.
We liepen nog even over het strand en genoten van het uitzicht op de sneeuwbergen. We hadden de smaak te pakken en reden door naar het kerkje in Colo, een piepklein ‘dorpje’ met een wederom erg mooi houten kerkje met een bijzondere vorm.
We gingen dus zelf maar naar de lokale fiesta die dit weekend aan de gang was! We dronken een biertje in de zon en uiteindelijk kwamen onze vrienden aangelopen. Ze waren weer(!) in Chepu vast komen te zitten met de camper en waren de hele dag bezig geweest om er weer uit te komen. Terwijl er op het podium in traditionele kleding werd gedanst aten wij curanto, de specialiteit op Chiloe. Schelpdieren, worst, vlees en gevulde aardappelen worden bereid op hete stenen onder de grond en worden vervolgens in een groot net in een pan voorgeschoteld; heel lekker! We verlieten het lokale feest en reden naar Puñihuil, want morgenochtend was het tijd voor de walvisherkansing!
We stapten weer de boot op en deze keer deelden we de boot met 12 andere mensen, een drukke boel dus. We voeren eerst langs de pinguïns en daarna langs de zeeleeuwen. Het weer was weer slecht en het begon weer te regenen, maar we gaven de moed niet op. Het klaarde op en uiteindelijk zagen we verschillende blows en na een tijdje zoeken zagen we er een, en hoe! Een gigantische blauwe rug met een klein vinnetje verscheen vlakbij ons aan het oppervlak. We zagen maar een gedeelte van dit 30 meter lange reusachtige beest, maar het was zo bijzonder om te zien! We dobberden nog wat rond en zagen er nog 2!
Blij namen we afscheid van Sarah en Puñihuil en we vertrokken naar Ancud om het chassis van Pablo een wasbeurt te geven. Na een kop koffie en een uurtje wifi reden we naar de ferry om dit mooie eiland te verlaten.
Chili – Carretera Austral - Puerto Montt naar Futaleufu – 11 februari t/m 13 februari 2017
Eenmaal aan de overkant reden we door Puerto Montt en daar verscheen het eerste bordje met “Carretera Austral”, de beroemde weg door Chileens Patagonië! En voor ons weer een nieuw avontuur! Onze eerste stop was op een mooi plekje aan de zee en we zetten ons tentje op terwijl de zon onder ging.
’s Avonds laat werden we door een voorbijganger gewaarschuwd dat wij in de gevarenzone stonden. De zee was nu nog 100 meter van ons verwijderd, maar over een paar uur zouden we hier onder water komen te staan! Godzijdank kregen we deze tip, anders hadden we wel een probleem gehad… We verplaatsten ons tentje naar een ‘veilige’ plek en doken er niet veel later in. Middenin de nacht werden we wakker en de zee klonk angstaanjagend dichtbij. We deden ons tentje open en stonden een paar meter van de zee vandaan! We maakten met stenen en plastic flessen ijkpunten, maakten een noodplan voor als de zee te ver zou komen en staarden vervolgens 2,5 uur naar de zee.
We konden blijven staan, maar het scheelde niets! De volgende dag stonden er drie ferry’s op het programma. Met onze vrienden reden we naar de eerste ferry die ons naar Puelche bracht. Na een kort tochtje met een nu al mooi uitzicht op de dichtbegroeide groene bergen reden we verder naar de volgende ferry. |
Voor de volgende twee ferry’s hadden we met z’n vieren online al kaarten gekocht, maar we zouden op deze plek, na een laatste lunch op de motorkap, afscheid nemen van onze vrienden. De remmen van de Ford werkten niet meer en ze besloten terug te keren naar Puerto Montt om deze te laten repareren. Hopelijk zien we elkaar weer in het zuiden! |
Wij hadden nog een aantal uur te overbruggen en ontmoetten het leuke Duitse stel Katrin en Robert die met hun hond in een Volkswagen bus aan het touren waren. We dronken een koffietje aan het helderblauwe water en hadden uitzicht op prachtige groene bergen met tussendoor hier een daar een besneeuwde top. Eenmaal op de ferry doken we met de mechanic Robert even onder de auto om alles na te lopen, heel erg fijn. Op het dek genoten we van de mooie omgeving waar we doorheen voeren en overal om ons heen zagen we watervallen.
Na de lange ferry mochten we 10 km rijden en hop weer de volgende ferry op. Deze was een stuk kleiner dan de eerste en ook een stuk korter. Aan de overkant wachtten we op onze Duitse vrienden, want we hadden bedacht om samen te gaan kamperen. Onderweg naar een kampeerplek pikten we de Australische motorrijder Sam op, die met een gebroken achteras langs de weg stond. De motor ging in de Volkswagen bus en we namen Sam en zijn vriend Lee met ons mee. We belandden na 55 km slechte wegen in het pikkedonker uiteindelijk op Playa Santa Barbara, waar we na een avondtheetje met z’n allen onze tent indoken. De volgende morgen was het heerlijk wakker worden! We hadden een keertje geen enorme haast en werden wakker aan het strand in de zon. We liepen over het mooie vulkanische strand en in de zee (echt vlakbij de kust!) zagen we zeehonden en dolfijnen voorbij zwemmen!
Naast ons stond een omgebouwde Defender met een Nederlandse nummerplaat en we ontmoetten Ralph & Janneke. We hingen ’s ochtends een beetje rond met onze Nederlandse en Duitse vrienden en vertrokken na een vroege lunch richting Futaleufu.
We sloegen weer de Carretera Austral op en passeerden weer tientallen lifters, de hele weg staat er vol mee! We reden langs een van de entrees naar Parque Pumalin; het park van Doug Tompkins, de oprichter van North Face. Dit park is het grootste privé park ter wereld. Het zonnetje scheen en het uitzicht was prachtig! |