Bolivia - Copacabana & Isla del Sol - 6 november t/m 10 november 2016
En een half uurtje later kwamen we aan in het hostel La Cupula in Copacabana. Echt een heel leuk en mooi hotel! We aten in het La Cupula restaurant heerlijke pompoensoep en hele lekkere forel. Een feestmaal van Rita! Onze tasjes stonden klaar, want morgen ging wij samen naar Isla del Sol. Rita had nog steeds veel moeite met de hoogte en voelde zich niet zo goed helaas. Zij zou lekker in Copacabana blijven.
Wij vertrokken ‘s ochtends vroeg met de mega trage boot naar Cha’llapampa, het noordelijke haventje op Isla del Sol. Dit gebrek aan snelheid was geen probleem, want we hadden onderweg al prachtige uitzichten.
We stapten van de boot en vonden het meteen al een fijn eiland.
We liepen over een mooi strand en klommen omhoog naar fantastische uitzichtpunten.
Het water was helblauw en het rotsachtige droge landschap had echt iets magisch.
We liepen naar de Chincana Ruins en vonden vooral de offertafel van de Inca’s erg cool.
De trek richting het zuiden loopt dwars over het eiland. We klommen naar het hoogste gedeelte van het eiland en hadden wederom een super mooi uitzicht op het eiland en lake Titicaca.
We zagen een idyllisch baaitje en besloten af te dalen op zoek naar een kampeerplek. Op een visser en een herder na was hier werkelijk niemand te bekennen. We zetten ons tentje op vlakbij het Titicaca meer, Arno dook er nog even in en we genoten daarna nog van de laatste minuutjes zon.
De zon verdween en het werd al snel ijskoud. We kookten ons eten en doken om 18:00 uur al onze donsslaapzakken in.
Na een stormachtige nacht met veel bliksem pakten we om 06:00 uur ons tentje in. We klommen weer omhoog en kwamen lekker vroeg aan in Yumani, het dorpje op het zuiden van het eiland waar de boten terug naar Copacabana vertrekken.
Helaas moesten we 3 uur op de eerste boot wachten, maar wel met uitzicht op de pieken van de Cordillera Real en we zagen Isla de la Luna liggen. En we zagen traditionele boten langs varen gebouwd van riet.
Na eindeloos wachten stapten we dan de boot op en terug in Copacabana wachtte Rita ons op. Na een heerlijke douche maakten we een grote pan kerrie in de gezellige blauw-witte keuken en brachten we de rest van de dag en avond door voor de houtkachel in de gezellige woonkamer.
In plaats van meteen gehaast weer door te reizen besloten we een dagje rust in te bouwen. La Cupula ligt op de berg en heeft uitzicht over de baai waarin Copacabana ligt. In de tuin grazen lama’s en de kamers (vooral de suites) zijn echt parels!
De afgelopen avond en nacht stonden in het teken van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Het werd een slapeloze nacht en de uitslag was haast ondenkbaar maar doch de realiteit. Opgestaan met een behoorlijke kater besloten we dat het tijd was om door te gaan. De auto was weer ingepakt en we verlieten Copacabana na een stop bij de enorme kathedraal.
Vanaf de weg hadden we een mooi uitzicht op Copacabana en Lake Titicaca.
De reis naar La Paz was afwisselend en erg mooi. We bleven maar klimmen (hoe hoog zaten we inmiddels wel niet?) en reden de weg af nog verder omhoog naar een mooi uitkijkpunt.
In het dorpje San Pedro de Tiquina moest de auto voor een oversteek over het Titicaca meer op de pont (naar San Pablo de Tiquina). Een avontuur op zich!
Richting La Paz werden links van ons de sneeuwtoppen van de Cordillera Real weer zichtbaar. De wegen werden er niet beter op en er waren oneindig veel omleidingen; wat een puinhoop. Maar daar doemde dan La Paz voor ons op.
Bolivia – La Paz & Huayna Potosi – 10 november t/m 21 november 2016
We reden El Alto binnen, het gedeelte van de stad dat is gelegen op de hoogvlakte. Wat een shithole dit. We moesten ook nog op zoek naar benzine en dat is drama in Bolivia. Men rekent voor buitenlandse nummerplaten het driedubbele van de lokale prijs! Hard onderhandelen dus. We reden verder en zagen vanaf ‘de rand van La Paz’ de stad liggen. Dit is de meest bizarre stad die we ooit hadden gezien; de stad is gebouwd in een enorm dal met daaromheen de hoogvlakte en de bergen van de Cordillera Real. Vooral Illimani doemt boven de stad uit en ziet er zo vet uit! We doken bizar steil omlaag en belandden in het dramatische verkeer van La Paz! Na een lange zoektocht door deze chaotische stad vonden we uiteindelijk een plekje in Landscape Apartments middenin de wijk Sopocachi. We waren helemaal kapot. |
De volgende dag werd een drukke regeldag. We verlengden ons visum bij migratie, brachten onze auto naar de garage en waagden een poging om ook ons auto-visum te verlengen bij de douane (we zouden hier later terug moeten komen). Terug naar beneden namen we de kabelbaan en het uitzicht was geweldig. Vervolgens boekten we in hartje centrum onze Huayna Potosi expeditie. Deze 6088 meter hoge berg zouden wij overmorgen gaan beklimmen! De auto liep inmiddels weer als een zonnetje en we reden met z’n drieën door naar Pablo & Andrea. Pablo is de broer van Patricio, een vriend van Arno uit zijn Boston tijd, en hij had ons uitgenodigd voor een etentje. We belandden op een fantastisch mooie plek (een soort kasteel) en hadden een gezellige avond met deze lieve mensen.
Geen sightseeing of verplichte bezoekjes, maar even een dagje niks. We bereidden onze expeditie voor en deden rustig aan. Rita voelde zich helaas nog steeds niet zo heel goed en had veel last van de hoogte. Terwijl wij zouden gaan klimmen de komende 3 dagen zou Rita het heel rustig aan doen in La Paz en hopelijk snel herstellen.
Daar gingen we! Nadat we onze technische gear hadden geregeld vertrokken we met een busje, de Franse skilerares Sophie en onze gids Humberto richting Huayna Potosi. Deze 6088 meter reus ligt vlakbij La Paz en werd al snel zichtbaar.
We passeerden bizar oranje, paars en roze gekleurde meren en bleven maar omhoog rijden.
Het busje bracht ons naar de refugio op 4.750 meter waar we onze eerste nacht door zouden brengen.
Na de lunch vertrokken naar de gletsjer voor onze oefensessie. Na een wandeling van een uur trokken we onze stijgijzers aan, hesen we ons in onze klimgordel. Helmpie op, pikkel vast en hoppa de gletsjer op.
We gingen ook een stukje ijsklimmen, recht omhoog!
Terug in de refugio doken we na madame Gregoria’s maaltje snel onze slaapzak in.
De volgende ochtend deden we rustig aan en na de lunch vertrokken we naar high camp, samen met onze twee gidsen Humberto (super rustig en vriendelijk) en Rocky (een praatjesmaker). Na een uurtje klimmen kwamen we bij een stenen hutje waar we moesten registreren voor het park.
We klommen verder omhoog via rotspaden, af en toe met behulp van touwen, en bereikten high camp op 5.350 meter!
Vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht over de Cordillera Real.
We legden onze spullen klaar voor summit-dag en doken om 18:30 uur in bed in. De wekker zou al om 00:00 uur gaan!
D-DAY! Om 00:00 uur stonden we op en hesen we ons in onze thermo- en regenkleding. Uitgerekend vannacht was de maan op z’n grootst sinds de afgelopen 70 jaar; een super moon! Na 5 minuten lopen gingen de stijgijzers aan (die de hele dag ook niet meer afgingen) en werden we aangelijnd; wij samen met Rocky en Sophie met Humberto. We stapten de gletsjer op en liepen omhoog. Achter ons zagen we het verlichte El Alto tussen de bergen verschijnen. We hielden weinig pauze en liepen behoorlijk goed door. Sophie moest helaas op een gegeven moment afhaken en ons werd verteld dat zij en Humberto waren teruggekeerd; shit! Het laatste uur moesten we met stijgijzers aan over de rotsen omhoog klimmen met af en toe best wel tricky stukjes. Na de rotsen kwam nog een laatste ijzige bergkam. Aan een kant liep deze 2 km recht naar beneden en dit was best arelexed. Maar toen ineens stonden we op de top! Het was 05:15 uur en de zon begon net op te komen. We did it en wat was het mooi! En koud! We maakten snel een paar foto’s en daalden weer een stuk af. Het was hier zo koud!
We zagen de lucht verkleuren en de zon kwam tevoorschijn.
We moesten het rotsstuk ook weer omlaag klimmen, best wel arelaxed. Arno kreeg op de weg terug ook behoorlijk last van de hoogte. We daalden rustig af en genoten van het fantastische uitzicht over de omringende pieken (o.a. Illimani) en de uitgestrekte gletsjers. En wie kwamen we tegen: Sophie! Ze had toch doorgezet en was nu ook op weg naar de piek. We zouden haar later weer zien op weg terug naar high camp.
Om 09:00 uur zaten we in het zonnetje aan de coca thee in high camp. Een uurtje later liepen we met alle spullen weer naar beneden en om 11:00 uur kwamen we weer aan in de refugio. We waren gesloopt, maar alles was goed gegaan en we vonden het echt heel erg cool.
Na de lunch stapten we het busje in en werden we teruggebracht naar La Paz. Rita wachtte ons op en was blij ons heelhuids terug te zien! De volgende ochtend was de stemming een beetje verdrietig. Rita voelde zich sinds haar aankomst in Cuzco gewoon niet goed en het werd ook niet beter. De hoogte leek echt een enorme impact op haar lichaam te hebben en ze voelde zich energieloos, slap en misselijk. We besloten met pijn in ons hart met z’n drieën dat Rita overmorgen terug naar Nederland zou vliegen.
Met z’n tweeën ontmoetten we Sophie ‘s ochtends op plaza San Francisco om onze foto’s van de expeditie uit te wisselen. En wie stond er daarna voor onze neus: SNI! Onze paden bleken elkaar toch te kruisen in La Paz, echt te gek. We gingen op zoek naar de befaamde heksenmarkt, maar zagen eigenlijk maar een paar kraampjes waar gedroogde lama foetussen hingen (wel best bizar). We liepen nog langs wat winkeltjes en over Sagarnaga street en lunchten in café Vida. |
We dronken een biertje op plaza Avaroa en gingen snel terug naar het appartement.
De volgende ochtend regelden we na een idioot steile rit naar El Alto de verlenging van ons auto-visum bij de douane. Met z’n tweetjes haastten we ons nog richting Sagarnaga street om wat souvenirs in te slaan om mee te geven naar Nederland. Rita en Arno zouden samen een avondje doorbrengen en Lot ging met Sni naar cholita wrestling in El Alto. Sni en Lot pakten de teleferico omhoog naar de ‘arena’. Boliviaanse vrouwen in traditionele kleding (lees: enorme rokken) en met bolhoedjes die met elkaar worstelen. Het was volledig in scene gezet en een grote tourist trap. Toch best geinig om te zien, maar na een uurtje was het wel mooi geweest!
Voor ons laatste avondje met Rita werden er flessen wijn en een gigantische pizza in huis gehaald en we keken de hele avond fotootjes van onze reis.
De volgende ochtend was niet de leukste ochtend. De laatste spullen werden ingepakt voor Rita en voordat we het wisten zat ze in de taxi richting airport. We vonden het heel erg jammer dat ze wegging, maar hoopten uiteraard dat ze in Nederland snel weer zou opknappen. Geweldig dat je ons op bent komen zoeken! Het is anders gelopen dan gehoopt, maar toch was het ook een fijne tijd.
De gevangenis bestaat uit verschillende (meer/minder welvarende) wijken. Gevangenen mogen hier met vrouw en kinderen wonen en de ‘rijke’ gevangenen kunnen zelfs tegen betaling een dagje de gevangenis uit. De gevangenis kent z’n eigen mini maatschappij. De gevangenen werken ook allemaal. Er wordt zelfs cocaine gemaakt en naar buiten gesmokkeld van binnenuit deze muren. En de gehele gevangenis wordt slechts bewaakt door 17(!) bewakers. That’s it!
Next stop: de heksenmarkt. Het bleek dat we de vorige keer niet alles hadden gezien, want nu zagen we rijen met gedroogde lama foetussen!
De tour vervolgde zich langs het plaza San Francisco en Mercado Lanza, waarna we neerstreken op het hoofdplein van La Paz; Plaza Murillo. Na een kletspraatje over het regime van Evo Morales zat de tour erop.
We brachten een dagje door in het appartement en ontmoetten de Australiër Sean. ’s Avonds besloten we met Sean voor een pilsie de deur uit te gaan en het werd een gezellig avondje. We waren van plan de volgende dag La Paz te verlaten, maar Arno werd ziek wakker. Een dagje uitstellen dus en rustig aan doen. De volgende dag besloten we de stad te ontvluchten en richting Coroico te rijden.
Bolivia – Death Road & Coroico & Patacamaya – 21 november t/m 24 november 2016
Onderweg naar Coroico ligt de fameuze ‘Death Road’. De originele Death Road is alleen toegankelijk voor fietsers en tourbusjes. Voor het overige verkeer er is een moderne geasfalteerde weg omheen gebouwd (die ook spectaculair schijnt te zijn). We namen (in de regen en dikke mist) de afslag naar de originele Death Road, zagen niemand en besloten het er gewoon maar op te wagen. |